Ontslag op staande voet wegens liegen over diploma mag niet
Afgelopen juli is een vrouw, in dienst als Verzorgende IG, op staande voet ontslagen. Haar werkgever meent dat ze op haar CV zou hebben gelogen. In haar CV staat dat ze haar diploma heeft gehaald, maar dit blijkt niet zo te zijn. De werkgever concludeert dat ze onjuiste informatie heeft verstrekt, daarom wordt zij op staande voet ontslagen. De vrouw is het er niet mee eens en stapt naar de rechter. Ze accepteert het ontslag, maar eist wel een billijke vergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en de eindafrekening van het dienstverband. Ook wil ze dat het non-concurrentiebeding en het relatiebeding worden vernietigd.
Tijdens de sollicitatieprocedure heeft de werkgever om kopieën van haar diploma’s gevraagd. De vrouw heeft al haar behaalde certificaten toegestuurd. Op haar CV staat inderdaad vermeld dat zij het gevraagde diploma in bezit heeft. Maar blijkbaar bedoelde ze dat ze alle benodigde diploma’s c.q. certificaten in haar bezit heeft die vereist zijn voor het uitoefenen van de functie verzorgende IG in de ouderenzorg. Na haar contractverlenging heeft haar teamleider nogmaals gevraagd naar haar diploma. Daarop antwoordde de vrouw dat zij deze al had afgegeven. Hierop kreeg ze als reactie terug dat zij deelcertificaten in het dossier hadden en als dit het diploma was dat ze deze dan wel hadden. In april heeft de vrouw weer toegelicht welke diploma’s ze in bezit heeft.
Na een ruim jaar in dienst te zijn ontvangt de vrouw een brief. Ze is per 25 juli op staande voet ontslagen omdat ze niet de juiste diploma heeft. Maar hier is de rechter het er niet mee eens. Dit ontslag is niet onverwijld gegeven. In februari was al bekend dat de vrouw geen diploma heeft. Bovendien heeft de vrouw aangetoond dat zij wel bevoegd is om op dit niveau te werken. Ze heeft namelijk alle certificaten die daarvoor vereist zijn. Het ontbreken van het diploma kan dus onmogelijk de aanleiding voor ontslag zijn. De rechter: ‘Het heeft er alle schijn van dat de reden voor het ontslag is dat verzoekster misstanden heeft aangemeld in de organisatie.’ Het ontslag op staande voet is dus niet rechtsgeldig.
De vrouw heeft op een aantal vergoedingen aanspraak gemaakt. Ze heeft recht op een billijke vergoeding, omdat het ontslag niet rechtsgeldig is. De rechter heeft de hoogte daarvan bepaald op 2.500 euro bruto, ongeveer een maand salaris inclusief emolumenten. In zijn overwegingen neemt de rechter bij dit bedrag mee dat de vrouw nog niet zo lang in dienst was en dat zij op de arbeidsmarkt in de zorg snel weer snel aan de slag zal kunnen. Daarnaast weegt de kantonrechter ook mee dat de vrouw, als zij niet op staande voet was ontslagen, waarschijnlijk niet lang meer bij haar werkgever was gebleven.