Verruiming van de transitievergoeding
De Hoge Raad breidt de reikwijdte van de transitievergoeding uit. Wat zijn de gevolgen?
In casu is de werkneemster sinds 1980 in dienst bij een instelling voor bijzonder onderwijs. In 2013 raakt zij arbeidsongeschikt als gevolg waarvan partijen – na twee jaar arbeidsongeschiktheid – in gezamenlijk overleg besluiten om het fulltime contract om te zetten in een parttime contract.
Naar aanleiding hiervan vordert de werkneemster een transitievergoeding. Zij meent namelijk dat de arbeidsovereenkomst gedeeltelijk is beëindigd en zij gelet hierop recht heeft op een vergoeding. De werkgever meent geen transitievergoeding verschuldigd te zijn. Het gerechtshof is het met de werkgever eens nu de arbeidsovereenkomst niet is beëindigd maar – in gewijzigde vorm – is voortgezet.
De Hoge Raad oordeelt dat hoewel het wettelijk stelsel niet voorziet in een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst, deze mogelijkheid met daaraan gekoppeld de aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding wel moet worden aanvaard in het bijzondere geval dat – door omstandigheden gedwongen – wordt overgegaan tot een substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd. Aldus de Hoge Raad moet worden gedacht aan het gedeeltelijk wegvallen van arbeidsplaatsen en aan blijvende gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de werknemer.
De Hoge Raad volgt in zijn uitspraak niet de letter van de wet, maar breidt rechtsvormend de reikwijdte van de transitievergoeding ingrijpend uit.
Het arrest van de Hoge Raad heeft tot gevolg dat werknemers die wegens arbeidsongeschiktheid of wegens economische redenen gedwongen minder uren moeten werken, recht hebben op een naar rato van het urenverlies berekende transitievergoeding. Het spreekt voor zich dat dit aardig in de papieren kan gaan lopen.
Heeft u vragen over de (verschuldigdheid van de) transitievergoeding, neem dan gerust contact met ons op
Voor de hele uitspraak klik hier!