De vijf meest opmerkelijke ontslagzaken van 2017!
1. Bordeelbezoek tijdens werktijd
Een commercieel directeur wordt zonder zijn medeweten geobserveerd door een recherchebureau dat door zijn werkgever is ingeschakeld. Doordat het bedrijf vraagtekens had bij de werkhouding van de directeur is er ook een GPS-tracker aan zijn auto gekoppeld. Hieruit bleek dat de directeur zich gedurende werktijd veel bezig hield met privézaken en daarnaast meerdere malen een Duits bordeel heeft bezocht. Op basis hiervan ontslaat de werkgever de directeur op staande voet. Echter, het Hof kwam tot het oordeel dat de opsporingsmethode disproportioneel was. De gerezen vragen bij de werkhouding van de directeur konden waarschijnlijk ook worden weggenomen door een goed gesprek. Het Hof oordeelde dat de werkgever hierdoor ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De directeur legt zich bij het ontslag neer en ontvangt een vergoeding ter hoogte van € 350.000,00. Volledige uitspraak hier
2. Drankmisbruik
Van de regel “Don’t get high on your own supply” heeft onderstaande werknemer blijkbaar niet eerder gehoord. Tijdens zijn vakantie is een werknemer van de jeneverproducent Hooghoudt in zijn leaseauto naar een – aan hem door Hooghoudt ter beschikking gestelde –garagebox gereden, waarin een voorraad drank opgeslagen stond. Deze drank diende de werknemer in het kader van zijn werkzaamheden mee te nemen naar slijterijen en andere potentiele klanten. Echter, de werknemer kampte met een alcoholverslaving en heeft de alcohol zelf genuttigd. Als gevolg hiervan heeft hij onder invloed van alcohol een (eenzijdig) verkeersongeval veroorzaakt en raakte de leaseauto total loss, hetgeen ertoe leidde dat zijn rijbewijs, noodzakelijk voor de uitoefening van zijn functie, werd ingenomen. De werknemer meldt zich twee dagen na het ongeval ziek. De werkgever verzet zich – gelet op de bovenstaande feiten – tegen de loondoorbetalingsverplichting. Volgens vaste rechtspraak moet een alcoholverslaving worden aangemerkt als een ziekte. Nu het ongeval is veroorzaakt onder invloed van alcohol, kan dit ongeval niet los worden gezien van de ziekte van werknemer en dient de werkgever het loon door te betalen.
Volledige uitspraak hier
3. Hap uit donut
Een donut, wie lust ze niet. Eén ding staat vast, deze werkneemster lust er wel één. Aangezien een grote partij donuts na afloop van de werkdag niet langer houdbaar waren en weggegooid zouden worden, besluit de werkneemster in het magazijn van de supermarkt een hap te nemen uit een donut. Deze hap zal haar nog lang bijblijven. Haar werkgever besluit namelijk tot ontslag op staande voet.
De rechter oordeelt dat het ontslag op staande voet toch iets te ver ging. Echter, ondanks het feit dat de donuts weggegooid zouden worden, de werkneemster al 17 jaar werkzaam is voor de supermarkt en zij de donut niet stiekem at, oordeelde de rechter dat de werkneemster toch ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Op basis hiervan is de arbeidsovereenkomst door de rechter ontbonden zonder inachtneming van een opzegtermijn.
Volledige uitspraak hier
4. Blind varken
Een werkneemster van een blindeninstituut laat zich onbehoorlijk en oncollegiaal uit over haar blinde collega. Zo maakt zij hem uit voor “kutmongool” en “blindj verke” (in het Limburgs dialect: blind varken.
In de ontslagprocedure stelt werkneemster dat zij zich enkel op deze wijze heeft uitgelaten als reactie op de zeer laconieke en negatieve houding van die collega. De kantonrechter oordeelde dat – gelet op de aard van de activiteiten van de werkgever, de door werkgever opgestelde regels omtrent het onderwerp pesten en e-mailgebruik en het feit dat de uitgescholden college nota bene zelf blind is – de werkneemster verwijtbaar heeft gehandeld. Naar het oordeel van de rechter is er geen rechtvaardiging voor het handelen van de werkneemster. Om deze reden heeft de kantonrechter de overeenkomst ontbonden.
Volledige uitspraak hier
5. Gevonden geld in afval
Een werknemer van een afvalverwerkingsstation krijgt op enig moment van zijn werkgever de opdracht om een printer - die als afval is aangeboden - te demonteren. Hierbij treft hij een viertal enveloppen met daarin een geldbedrag van totaal € 15.100,00. Enkele dagen later besluit de werknemer om toch aangifte te doen van het gevonden geldbedrag, hetgeen hij tevens aan zijn werkgever kenbaar maakt. Toen de werknemer op dat moment weigerde om de enveloppen aan zijn werkgever te overhandigen, beschuldigde de werkgever hem van verduistering.
Het was het de vraag wie als vinder van het geld moest worden aangemerkt. Volgens het hof was het hierbij van belang dat de werknemer het geld niet toevallig had gevonden. Gelet op de werkzaamheden was het onontkoombaar dat hij de enveloppen zou aantreffen. Iedere andere werknemer die de opdracht zou hebben gekregen om de printers te demonteren zou het geld ook hebben aangetroffen. Om deze reden werd de werkgever aangemerkt als vinder van de enveloppen en moest de werknemer het geld afstaan.
Volledige uitspraak hier