Een dementerende cliënte een nacht hangend in een tillift op het toilet laten zitten geen reden voor
Hoewel werknemer ernstige fouten maakt (hij vergeet een dementerende cliënte, waardoor zij een nacht lang in de tillift boven het toilet hangt en rapporteert niet naar waarheid) wordt – gelet op de omstandigheden van het geval – het ontbindingsverzoek afgewezen.
Werknemer is werkzaam als verzorgende op een locatie voor kleinschalig wonen voor dementerende oudere, mensen met chronisch somatische klachten en/of niet-aangeboren hersenletsel. Op een avond heeft werknemer de avonddienst die plaatsvindt van 15.30 uur tot 23.00 uur. Tijdens zijn avonddienst heeft hij een dementerende cliënt rond 17.50 uur in de tillift gezet zodat zij naar het toilet kon gaan. Deze dementerende cliënt wordt echter de ochtend erna, nog steeds hangend in de tillift boven het toilet, aangetroffen. Werknemer is vergeten haar van het toilet te halen en de medewerkster van de nachtdienst heeft dit niet opgemerkt. Ook blijkt dat werknemer de dementerende cliënte haar medicatie drie uur eerder heeft gegeven dan voorgeschreven en heeft hij genoteerd dat hij haar om 18.00 uur en 22.00 uur oogdruppels heeft gegeven terwijl zij gedurende die tijd op het toilet zat.
De werknemer heeft zich op 23 mei ziek gemeld vanwege vastgestelde darmkanker. Op 24 mei 2016 heeft werkgever alle familieleden van cliënten van de afdeling bericht dat er afscheid genomen wordt van werknemer vanwege de betrokkenheid bij een calamiteit. De werkgever vraagt ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter.
De kantonrechter stelt dat de werknemer op onaanvaardbare wijze tekort is geschoten in de aan hem toevertrouwde zorg en had de werknemer niet mogen beslissen de dementerende cliënt de medicatie eerder toe te dienen. Verder valt het werknemer ernstig aan te rekenen dat hij niet naar waarheid heeft gerapporteerd. Bij de beoordeling of de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden moet worden betrokken in hoeverre de werksituatie of persoonlijke omstandigheden van werknemer de mogelijkheid van het maken van fouten hebben
bevorderd, of er verzachtende omstandigheden zijn, of werkgever het risico loopt op herhaling, de houding van werknemer ten aanzien van de gebeurtenissen en of werknemer bereid is om zijn werkwijze aan te passen, alsmede de
duur en het verloop van het dienstverband van werknemer en de gevolgen voor hem van een ontslag.
De werknemer had op de bewuste avond meer verantwoordelijkheden omdat hij de zorg had voor 36 bewoners in plaats van 12 bewoners, waarbij een terminale patiënt en zijn familie veel aandacht vroegen die avond. Verder wordt van belang geacht dat werknemer ter zitting heeft erkend dat hij ernstig tekort is geschoten en heeft laten blijken dat hij zich daarover enorm schuldig voelt. Alle ontwikkelingen de afgelopen periode hebben er zelfs toe geleid dat hij in een depressie is geraakt waarvoor hij antidepressiva gebruikt. Werknemer heeft zich afgevraagd hoe een en ander heeft
kunnen gebeuren, want dit heeft hij nog nooit meegemaakt. Als mogelijke verklaring voor het maken van onderhavige fouten, na 25 jaar goed functioneren, geeft de werknemer zijn ondervonden klachten ten aanzien van de vastgestelde darmkanker.
De lange duur van het dienstverband en het goede functioneren van werknemer al die jaren, alsmede de gevolgen die het ontslag voor hem zouden hebben, laten de kantonrechter overwegen dat ontbinding een te vergaande sanctie is. De werknemer wordt overgeplaatst naar een andere locatie van werkgever.
Voor de volledige uitspraak klik hier.