top of page

Met een drone je buren bespieden: het recht op privacy versus het eigendomsrecht


Dat buren het soms eens niet met elkaar kunnen vinden, gebeurt wel vaker. Maar de situatie waarover de rechtbank Gelderland zich onlangs boog is toch iets anders als normaal.

Op een dag ziet de zoon van een gezin dat de drone van hun buurman, welke is voorzien van een camera, boven hun perceel vliegt. Tussen het gezin en de buurman bestaan al meerdere conflicten en de zoon is het nu zat. Hij pakt zijn luchtbuks en schiet de drone uit de lucht. De drone komt neer in de tuin van de buurman en is kapot.

De rechter oordeelde dat het vliegen met een drone, zodanig dat een aan de drone bevestigde camera beelden kan maken van hetgeen zich in de woning van de buren afspeelt, een ongerechtvaardigde schendig is van de persoonlijke levenssfeer van de buren. Het gezin mocht in de privésfeer van hun eigen woning absolute eerbiediging van hun privacy verwachten.

De vraag of de camera al dan niet ‘aan’ stond doet niet aan het bovenstaande af. Er is reeds sprake van een onrechtmatige inbreuk op de privacy wanneer de bewoner zich bespied kan voelen. Deze situatie doet zich reeds voor als de bewoner in onzekerheid verkeert over de vraag of de camera aan het filmen is. Aldus de kantonrechter zorgt de onzekerheid voor een gevoel van onvrijheid waarvan men in de eigen woning gevrijwaard behoort te blijven. Ook het feit of de camera al dan niet kan inzoomen is niet relevant.

Echter, ook de zoon van het gezin pleegde een onrechtmatige daad door de drone te beschadigen. De rechter oordeelde dat beide onrechtmatige handelingen samen de schade aan de drone hebben veroorzaakt. Wanneer er geen inbreuk was gemaakt op de privacy van het gezin, dan had de zoon niet geschoten en wanneer de zoon niet had geschoten, dan was de drone niet beschadigd door het schot. Ons wetboek bepaalt in een dergelijk geval dat de schade naar evenredigheid wordt verdeeld over beiden. Dit kan anders zijn wanneer de ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden dat eisen. De zoon beriep zich op de eigen schuld van de buurman. Hij gaf aan dat er sprake was van pesterijen en de buurman hierdoor schuld heeft aan het uit de lucht schieten van de drone.

De rechter oordeelde dat een inbreuk op het recht op privacy niet minder of zwaarder weegt dan de inbreuk op het eigendomsrecht. De rechter vervolgt door te stellen dat zelfs indien moet worden aangenomen dat er sprake is van stelselmatige pesterijen, het de zoon niet vrij stond om het eigendom van de buurman uit de lucht te schieten. De zoon had moeten kiezen voor andere, minder ver gaande maatregelen, zoals een verzoek aan de buurman om te stoppen of het inschakelen van de wijkagent.

Om deze reden oordeelt de rechter dat ieder van partijen 50% van de schade dient te dragen.

Voor de uitspraken:

2. Uiteindelijke vonnis (schuldverdeling)

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Kleine kop
bottom of page