top of page

De ontbinding van een religieus huwelijk


De ontbinding van een religieus huwelijk

Kan de rechter – indien partijen geen burgerlijk huwelijk hebben voltrokken – zich uiten over de ontbinding van een religieus huwelijk?

Op basis van de Nederlandse wet wordt enkel het burgerlijk huwelijk erkend. Het religieus huwelijk heeft juridisch gezien geen gevolgen. Een religieus huwelijk, is slechts toegestaan nadat een burgerlijk huwelijk is voltrokken.

Maar hoe zit het als een echtpaar slechts een religieus huwelijk heeft gesloten en een van hen wil scheiden? Onlangs eiste een Pakistaans-Nederlandse moslima dat haar man instemde met echtscheiding. Het echtpaar had in 2002 te Rotterdam een religieus huwelijk gesloten. Zij hadden geen burgerlijk huwelijk gesloten. De man gaf duidelijk te kennen dat hij niet instemde met de echtscheiding. De vrouw richtte zich om die reden tot de rechtbank Rotterdam. Echter, de vrouw kreeg te horen dat de rechtbank hier niet over ging en dat zij hiervoor naar een Britse islamitische (sharia) rechtbank moest stappen.

Hier liet de vrouw het niet bij zitten. De vrouw stelde dat zij door de weigering van de man om mee te werken aan de ontbinding van haar religieus huwelijk in haar door de Nederlandse rechtsorde beschermde belangen werd geschaad. De islamitische gemeenschap waarin zij leeft zag haar namelijk nog als getrouwd. Zij kon hierdoor geen nieuwe relatie beginnen en niet onbezorgd naar een islamitisch land reizen.

Het gerechtshof Den Haag oordeelt dat de vrouw recht heeft op beoordeling door een bij wet ingestelde onafhankelijke rechter in de zin van onze Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Een sharia rechtbank voldoet niet aan deze criteria. Het hof komt tot het oordeel dat de feitelijke gevolgen van het voortbestaan van het religieus huwelijk tegen de wil van de vrouw een inbreuk op de rechten en vrijheden van de vrouw vormen.

Gelet op de omstandigheden die zich in deze situatie voordeden – enkele jaren geen samenleving en het consistent proberen de man te bewegen tot een religieuze echtscheiding – handelde de man onrechtmatig door niet de zorgvuldigheid in acht te nemen die hij in het maatschappelijk verkeer ten aanzien van zijn ex-partner in acht behoorde te nemen.

Om bovengenoemde reden veroordeelde het Hof de man om binnen twee weken zijn medewerking te verlenen aan de ontbinding van het religieus huwelijk door aan de vrouw per aangetekende post een door hem ondertekende brief te sturen waarin hij verklaart te willen scheiden. Het Hof legt de man een dwangsom van €500,00 op voor iedere dag dat hij verzuimt zijn verplichting na te komen.

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Kleine kop
bottom of page